Geen terugdraaiende teller meer? Dan moet je verbruik en opwek op mekaar afstemmen. Een batterij is daarbij jouw buffer. Maar welke batterij? En wat is de echte terugverdientijd? Zoals altijd zit the devil natuurlijk in the details. Als jij hier aan het lezen bent, is de kans groot dat je dat al weet. We duiken er meteen in!
De terugverdientijd van een batterij berekenen op basis van je jaarverbruik is fout
De echte terugverdientijd van een batterij hangt een-op-een samen met je echte verbruik. Dat klinkt logisch? Ha, hier komt de aap uit de mouw. De meeste mensen rekenen vandaag nog altijd op basis van hun jaarverbruik. Je weet wel, die 5300 kWh per jaar – ongeveer. Maar een batterij laadt niet 1 keer per jaar op, dat doet ze dagelijks.
De terugverdientijd berekenen op basis van je jaarverbruik is niet correct. Je moet je verbruik per uur weten om de échte euro’s te kennen. Lees even verder…
Met een batterij sla je stroom op om later zelf te gebruiken. Als je thuiskomt en begint te koken, dan vangt je batterij het piekmoment op. Dit gebeurt continu. Elk uur verbruik je iets en wanneer de zon schijnt wek je op. Kijk je enkel naar jaarverbruik, dan koop je een veel te grote batterij. Je bouwt ook geen groot stadium als er maar 10 supporters zijn. Tegen dat je die investering eruit hebt, ben je jaren verder. Bij een batterij is dat ook zo. Door je uurverbruik te kennen, stem je de capaciteit om stroom op te slaan perfect af op je effectieve verbruik. Zo investeer je niet in een te grote batterij die je toch niet gebruikt. Begint de euro te vallen?
Particulier heeft 5 kWh of 10 kWh batterij nodig
De ervaring leert dat voor een particulier een batterij met een capaciteit van 5 of 10 kWh voldoende is. Werk je thuis en ligt je verbruik overdag hoger, dan heb je een kleinere batterij nodig, want je verbruikt stroom als de zon schijnt. Ben je overdag weg en piekt je verbruik bijvoorbeeld ‘s avonds, dan heeft je batterij meer capaciteit nodig om die piek op te vangen.
Subsidie voor batterijen en terugverdientijd: 6 tot 10 jaar
Het uiteindelijke bedrag hangt af van de capaciteit van je batterij. De maximum subsidie voor een batterij is 2550 euro. Een 10 kWh batterij krijgt in verhouding meer subsidie dan een 5 kWh batterij. Financieel bekeken, is een 10 kWh batterij daarom vaak interessanter. Vanuit verbruik bekeken is 5 kWh vaak meer dan genoeg. (De logica in ons energiebeleid,… tja.) De terugverdientijd van onze batterijen bedraagt gemiddeld 6 tot 10 jaar.
En de berekening van de overheid dan, met zo’n lange terugverdientijd? De overheid heeft een simulator online staan die een langere terugverdientijd simuleert, tot zelfs 14 jaar. Hoe komt dat?
Dit komt omdat de simulator van de overheid met jaarverbruik rekent en niet met uurverbruik. Alsof je hele verbruik van een jaar op je batterij moet kunnen. Dat is niet zo, zoals jij nu ook weet als je tot hier gelezen hebt. (Rekenen met jaarverbruik is voor koetuilen durven we al eens zeggen in Sint-Truiden. Ook hier geldt: wat je zelf doet, doe je beter.)
Conclusie: voor het verschil tussen opwek en verbruik heb je een batterij nodig. Je batterij is de buffer die de overschot opslaat zodat je je gratis energie zelf kan verbruiken. Wij berekenen je precieze uurverbruik vooraleer we nog maar denken aan verkopen. Net daar ligt het verschil met onze concullega’s die met de natte vinger en je jaarverbruik er “ongeveer” iets tegenaan smijten. Wij meten de effectieve terugverdientijd in jouw situatie. Laat ons weten of je nog vragen hebt via onze contactpagina.
